Wat is diabetes

Er zijn verschillende soorten diabetes, met verschillende oorzaken en vaak ook een eigen behandeling. Meestal is het duidelijk welke vorm van diabetes iemand heeft. Behalve Diabetes Type 1 en Diabetes Type 2 bestaan ook de typen LADA, MODY, Zwangerschapsdiabetes en prediabetes.

De aandoening kan meestal goed behandeld worden zodat mensen met diabetes lang, gezond en gelukkig kunnen leven. 

Diabetes Type 2 is de meest voorkomende vorm van diabetes. Als je type 2 diabetes hebt, reageert je lichaam niet meer goed op insuline. Dit wordt insulineresistentie genoemd. In het begin produceert je alvleesklier een extra hoeveelheid insuline om te compenseren.

Na verloop van tijd slaagt je alvleesklier er niet in gelijke tred te houden en voldoende insuline te produceren om de bloedsuikerspiegel op een normaal niveau te houden. Diabetes Type 2 wordt behandeld met veranderingen in leefstijl, orale medicatie en insuline. Daarnaast is regelmatig controleren van glucosewaarden belangrijk. 

Bij Diabetes Type 1 produceert het lichaam geen insuline. Insuline is een hormoon dat het lichaam nodig heeft om bloedglucose uit de lichaamscellen te halen.

Door middel van insulinetherapie en andere behandelingen kunnen zelfs jonge kinderen met hun aandoening leren omgaan en een lang en gezond leven leiden. Het regelmatig meten van glucosewaarden is een belangrijk onderdeel van zelfmanagement.

Het woord LADA is een afkorting van het Engelse ‘’Latent Autoimmune Diabetes in Adults". Hoe ouder je bent als je de diagnose diabetes type 1 krijgt, hoe langzamer de ontwikkeling van de ziekte. Omdat de ontwikkeling langzamer gaat kunnen mensen met deze vorm van diabetes type 1 vaak nog een tijd zonder insuline spuiten.

Daardoor worden mensen met LADA vaak onterecht voor mensen met diabetes type 2 aangezien. Naar schatting hebben vijftien van de honderd mensen met de diagnose diabetes type 2 eigenlijk de LADA-vorm van diabetes type 1. 

MODY is de afkorting vanuit het Engels en staat voor Maturity-Onset Diabetes of the Young. Dit is een vorm van diabetes die meestal begint tussen de leeftijd van 10 en 25 jaar. Soms wordt MODY op latere leeftijd ontdekt. MODY kan lijken op diabetes type 1, maar soms ook op diabetes type 2. 

Zwangerschapsdiabetes ontstaat bij sommige vrouwen tijdens de zwangerschap, meestal rond de 24e week.  Zwangere vrouwen die nog nooit diabetes hebben gehad, maar die hoge bloedglucose (suiker) niveaus hebben tijdens de zwangerschap, zouden zwangerschapsdiabetes kunnen hebben.

Een diagnose van zwangerschapsdiabetes betekent niet dat je diabetes had voordat je zwanger werd, of dat je diabetes zult hebben na de bevalling. Het is echter belangrijk om het advies van je arts te volgen over bloedglucose (bloedsuiker) terwijl je je zwangerschap plant, zodat jij en je baby allebei gezond kunnen blijven

Je glucosewaarden zijn een essentiële maatstaf voor je gezondheid. Te veel glucose in het bloed is de gemeenschappelijke factor tussen alle soorten diabetes. Glucose is niet altijd slecht. Veel voedsel, dat wordt afgebroken tot bloedglucose, wordt gebruikt voor energie om de hersenen, hart en spieren te voeden. Glucose komt meestal van het voedsel dat we eten of wordt aangemaakt door de lever.

Je vindt glucose in de bloedsomloop om het naar organen en cellen te transporteren, en binnenin de cel, waar het wordt omgezet in energie. Er verschillende hulpmiddelen beschikbaar om je glucosewaarden regelmatig te meten. Zo voorkom je complicaties in de toekomst en kun je je beter gaan voelen.

Hypoglykemie, ook wel lage bloedglucose, komt voor wanneer je bloedglucoseniveau té laag is, en je actie moet ondernemen om ze terug te brengen naar je doelbereik. Dit is meestal als je glucosewaarden tot onder de 3.9 mmol/l zakken. 

De hele dag door, afhankelijk van meerdere factoren, zullen bloedglucoseniveaus (ook genoemd suiker) omhoog of omlaag schommelen. Dit is normaal. Als het binnen een bepaald bereik varieert, zul je het waarschijnlijk niet weten. Maar als het onder het gezonde bereik komt en niet wordt behandeld, kan het gevaarlijk worden.

Overleg echter met je behandelaar over je eigen glucosebereik, en bepaal welk niveau té laag is voor jou, en hoe je dat het beste kunt monitoren.

Hyperglykemie is overmatige bloedglucose. Hoge bloedglucose komt voor wanneer het lichaam té weinig insuline heeft of wanneer het lichaam insuline niet naar behoren kan gebruiken. Mogelijke oorzaken zijn: 

• Je hebt meer gegeten dan gepland of minder gesport dan gepland.
• Je ervaart stress door bijvoorbeeld werk- of school- of relatieproblemen.
• Je bent verkouden, hebt griep of een virus opgelopen.

Een deel van het omgaan met je diabetes is je glucosewaarden vaak meten. Vraag je behandelaar hoe vaak je moet meten en wat je bloedsuikerspiegel idealiter zou moeten zijn. Als je je glucosewaarden meet en daarna je hoge glucose vroegtijdig behandelt, kun je veel hyperglycemieproblemen voorkomen.

ADC-62087 v2 05/24